Stuur ons een e-mail
WhatsApp ons: +31683357827
ma t/m za 09.00 - 17.00 uur
Uw winkelwagen is leeg.
Het Texelse dialect heeft veel overeenkomsten met het West-Fries. Wie wil klinken als een echte Texelaar, kan om te beginnen oefenen op de Tesselse uitspraak van Nederlandse woorden. Ook is het handig om een aantal veelgebruikte Tesselse woorden te leren.
IJ wordt ie (diek = dijk)
Ui wordt uu (huus = huis
Sch wordt sk (skool = school)
E wordt eu (speule = spelen)
In voltooid deelwoorden valt ‘ge’ weg (Benne jullie in Skil weest? = Zijn jullie in Oudeschild geweest?)
Voor werkwoorden wordt vaak ‘te’ gezegd (Ik ga te werreke = Ik ga werken)
De eerste persoon enkelvoud blijft onverbogen (Ik doen = ik doe)
Nòòl = duin (denk bijvoorbeeld aan Fonteinsnol: het duin waar vroeger een waterbron was)
Dessel = deksel (vergelijkbaar is het uitspreken van het woord Texel als Tessel)
Boeskippe = boodschappen. ‘Om een boeskip gaan’: boodschappen doen.
Skéép = schaap
De overkant = de vaste wal, de rest van Nederland.
Koppiestiêd = koffietijd
Met smaak = eet smakelijk
Eendekukeltjesweer = lekker zacht voorjaarsweer zonder wind. Letterlijk gunstig weer voor eendenkuikens.